Wetgeving en de jaarrekening In Nederland worden veel jaarrekening samengesteld op basis van BW 2 titel 9 of de Raad voor de jaarverslaggeving (RJ). Daarnaast zijn er bedrijven die vrijwillig of bij beursnotering verplicht de International Financial Reporting Standards (IFRS) toepast. In dit artikel gaan wij in op de immateriële vaste activa en de goodwill op basis van de externe verslaggeving standaarden.
Immateriële vaste activaEen immaterieel vast actief heeft als doel de productie te ondersteunen en is niet tastbaar en kent geen fysieke gedaante. Voorbeelden van immateriële vaste activa (hierna IVA) zijn merken, software, vergunningen, goodwill of emissierechten. Om een immaterieel vast actief te mogen activeren moet er aan twee belangrijke voorwaarden zijn voldaan.
Belangrijke termen bij het activeren van een IVA zijn de identificeerbaarheid en de beschikkingsmacht.
Identificeerbaar IVAEen IVA moet identificeerbaar zijn, waardoor de mogelijkheid moet bestaan dat het separeerbaar is. Onder separeerbaar wordt verstaan dat het actief geruild, verkocht of verhuurd kan worden. Het moet niet aan de organisatie zijn verbonden waardoor deze mogelijkheden zijn uitgesloten. Een klantenbestand is een voorbeeld van een identificeerbaar actief.
Beschikkingsmacht IVADe entiteit moet de economische voordelen ontvangen van de IVA. Het moet mogelijk zijn om de activa af te schermen voor derden met afdwingbare rechten zoals copyright.
Activeren IVAAls aan de voorwaarden is voldaan kan het actief op de balans (linkerzijde) opgenomen worden, waarna het stelselmatig afschreven wordt. Intern vervaardigde IVA zijn beperkt activeerbaar, omdat er dan geen sprake is van identificeerbaarheid. Zo komen logo’s en uitgaverechten die interne vervaardigd zijn niet in aanmerking om te activeren. Belangrijke fases bij het activeren van IVA zijn de onderzoeks- en ontwikkelingsfase. Onderzoekskosten mogen niet geactiveerd worden en ontwikkelingskosten wel op moment dat aan voorgaande voorwaarden is voldaan. Bij onderzoekskosten zijn de economische voordelen nog onvoldoende zeker, waardoor deze zijn uitgesloten van activeren. Indien er geen duidelijk verschil bestaat tussen onderzoek of ontwikkeling worden de kosten behandeld als zijnde onderzoekskosten. Voorbeelden van onderzoekkosten zijn bouwen van prototypes of proefopstellingen van de productie.
Waardering IVADe IVA worden gewaardeerd tegen kostprijs of vervaardigingsprijs. Slechts in kleine gevallen kan er de actuele waarde worden toegepast. Afschrijven van IVA dient te worden uitgevoerd op basis van de economische gebruiksduur en het patroon waarop de economische voordelen toevloeien naar de entiteit. Dit betekent dat deze ook tussentijds kunnen wijzigen, waardoor er sprake is van een schattingswijziging.
GoodwillVolgens de Nederlandse wet is goodwill onderdeel van de IVA. De RJ stelt dat de goodwill niet onder de IVA valt. Indien de verkrijgingsprijs hoger is dan de eerste waardering van de ontvangen deelnemen is er sprake van positieve goodwill. Wanneer de verkrijgingsprijs lager is dan is sprake van negatieve goodwill. Negatieve goodwill kan gevolg zijn van een lucky buy of volgen uit afspraken van verrekeningen voor verliezen of toekomstige kosten.
Verwerken goodwillVoor 2016 kon de goodwill rechtstreeks in het eigen vermogen of rechtstreeks in het resultaat verwerkt worden. Vanaf 2016 is dit niet meer toegestaan en dient de goodwill geactiveerd en stelselmatig te worden afgeschreven. Goodwill dient afgeschreven te worden over de gebruiksduur van het actief. Op moment dat de afschrijvingen niet betrouwbaar zijn te schatten dan mag er maximaal over 10 jaar worden afgeschreven.
Wijziging wetgeving goodwillDe goodwill die voor 2016 is verkregen door een entiteit kan op basis van de gewijzigde regelgeving alsnog geactiveerd worden door middel van retrospectieve verwerking. De mogelijkheid bestaat om retrospectief te verwerken voor alle nog op de balans aanwezige goodwill. Dan dienen tevens de vergelijkende cijfers te worden aangepast. De tweede optie is om vanaf een bepaalde datum te kiezen voor retrospectieve verwerking, waardoor alleen de relevante recente overnames worden verwerkt in de jaarrekening met boekjaar 2016 of 2017. De derde optie is het prospectief verwerken, waardoor alleen de goodwill vanaf boekjaar 2016 wordt geactiveerd. Als er nog verrekeningen plaatsvinden in 2016 of 2017 op basis van overnames voor 2016, dan bestaat de mogelijkheid om dit rechtstreeks in het eigen vermogen of in de winst- en verliesrekening te verwerken. Alleen als de organisatie kiest voor de prospectieve verwerking!
|
https://www.externeverslaggeving.nl/ |